Verplicht in fase
Optioneel in fase
Eerste semester
Beide semesters
Dit jaar
Volgend jaar
Wisselende jaren
Extern
Voorwaarden
Identieke opleidingsonderdelenBachelorproef (B-TM-YT0440)
Scheirs Marc (coördinator) | Ceuppens Marc Doelstellingen
De bachelorproef is het werkstuk waarmee een professionele bachelor opleiding wordt voltooid. Met de bachelorproef geeft een student blijk van een analytisch en synthetisch vermogen en van een zelfstandig probleemoplossend vermogen op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Het werkstuk weerspiegelt de algemeen kritisch- reflecterende ingesteldheid en de onderzoeks-ingesteldheid van de student.
Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- een reëel probleem uit de beroepscontext op niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar op te lossen
- de oplossing van het probleem in een scriptie te rapporteren
- de oplossing van het probleem voor een jury van lectoren en externen uit het beroepenveld te presenteren
- de oplossing van het probleem voor een jury van lectoren en externen uit het beroepenveld te verdedigen.
Meer specifiek wordt binnen dit opleidingsonderdeel verwacht dat de student verschillende vaardigheden van een beginnende beroepsbeoefenaar succesvol uitvoert:
- Technische kennis en analyse: De student formuleert in overleg met de opdrachtgever een heldere probleemstelling, doelstelling en opdracht. Hij/zij onderbouwt de opdracht door middel van analyse en onderzoek.
- Ontwerpen: De student ontwerpt een technologische oplossing voor een product of service, op basis van het programma van eisen en dat voldoet aan eisen betreffende veiligheid, milieu, technische en economische levensduur. Hij/zij motiveert de gemaakte keuze voor de verschillende onderdelen. Hij/zij ontwikkelt een prototype als communicatiemiddel.
- Realiseren: testen en implementeren: De student levert op basis van zijn ontwerp een oplossing op voor een product of service. De oplossing is een volledige en correcte implementatie van alle opgestelde eisen. Hij/zij verifieert en valideert het product of de service t.o.v. de gestelde eisen. Hij/zij documenteert het realisatieproces.
- Communiceren: De student communiceert doelgericht over de opdracht. Hij/zij is in staat de verschillende aspecten van de complexe situatie helder samen te vatten, mondeling en schriftelijk te verwoorden en visueel te presenteren.
- Entrepreneurship: De student gaat op zoek naar innovatieve oplossingen. De student neemt initiatief en neemt verantwoordelijkheid bij het zoeken naar een oplossing.
- Project- en performance management: De student werkt kwaliteitsvol. Hij/zij voert de eigen taken zelfstandig uit en werkt oplossingsgericht. Hij/zij stuurt, evalueert en optimaliseert de eigen doeltreffendheid. Hij/zij stuurt bij op basis van feedback. Hij/zij pakt daarbij opdrachten op projectmatige wijze aan, maakt een planning op, respecteert de planning, en stuurt bij indien nodig. Hij/zij functioneert hierbij op een teamgerichte en ondernemende wijze.
- Samenwerken: De student werkt deskundig, constructief en participatief samen met de opdrachtgever en – indien van toepassing – met medestudenten.
Begintermen
De bachelorproef kan niet worden opgenomen in het individueel jaarprogramma van een student die nog een beperkt gedeelte van een voorafgaandelijke opleidingsfase moet afwerken.
Een uitzondering op bovenstaande regel geldt wanneer de student in zijn individueel jaarprogramma zowel een beperkt aantal resterende opleidingsonderdelen van de voorafgaandelijke
opleidingsfase opneemt als alle opleidingsonderdelen van de laatste opleidingsfase.
Plaats in het onderwijsaanbod
Toleranties
Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):
Onderwijsleeractiviteiten
30 sp. Bachelorproef (B-TM-YT5490)
NederlandsWerkvorm: Bachelorproef
10 uren
Tweede semesterCeuppens Marc Inhoud
De bachelorproef is een project dat door een afstuderende (professionele) bachelor wordt uitgewerkt en omvat drie onderdelen:
- een stageperiode van meestal 12 weken (reguliere periode = bij start van het 2e semester) waarin de student een probleem uit het werkveld (van het vakgebied van de afstudeerrichting ) analyseert en aanpakt. De stage is de verzameling van alle activiteiten binnen een bedrijfscontext die tot de realisatie van een bachelorproef leiden. De student brengt op regelmatige basis verslag uit van zijn/haar activiteiten (zie Reglement bachelorproef Tech & IT campus De Nayer).
- een ontwerp en/of praktische realisatie van een technisch onderwerp (productrealisatie) op het einde van de stageperiode dat de oplossing van het vraagstuk uit het werkveld weergeeft.
- een bachelorproefscriptie op het einde van de stageperiode dat de probleemstelling en proces naar de oplossing van het vraagstuk uit het werkveld weergeeft. Op het einde van de stageperiode dient de student de schriftelijke bachelorscriptie ook mondeling te presenteren en verdedigen voor een jury van lectoren en externen uit het beroepsveld.
De student wordt verondersteld zelf initiatief te nemen bij de zoektocht naar een bachelorproefproject/stageplaats alsook om op gesprek te gaan bij potentiële stagepartners. Indien een stagepartner zelf een bachelorproefproject-voorstel heeft, communiceert de bachelorproefcoördinator dit zo snel als mogelijk aan de studenten. Bij de zoektocht naar een bachelorproefproject/stageplaats moet de student bij de omschrijving van de opdracht rekening houden met de meetbaarheid van het eindresultaat. Duidelijk omschreven doelstellingen vergemakkelijken een correcte evaluatie van het project. Studenten dienen een bachelorproefvoorstel met concrete omschrijving, doelstelling en minimaal beoogd resultaat in via Stageportaal voor een welbepaalde deadline.
Afhankelijk van de grootte van het project kan de bachelorproef door één of maximum twee studenten uitgevoerd worden.
Het niveau van het bachelorproefproject komt overeen met het niveau dat een beginnende werknemer, niveau professionele bachelor, in een bedrijf (of onderzoeksgroep) toevertrouwd wordt, eventueel na de inwerkingsperiode. Met dit verschil dat de student deze opdracht uitvoert onder begeleiding van een persoon binnen het bedrijf (of de onderzoeksgroep): de bedrijfspromotor. De bedrijfspromotor stuurt de student mee aan en kan tips en advies geven over de aanpak van het project. Op regelmatige tijdstippen wordt hierover ook feedback uitgewisseld met de hogeschoolpromotor die dezelfde taak binnen de hogeschool op zich neemt. Voor de verschillende feedback- en evaluatieactiviteiten vervat in het feedbackproces (zie Reglement en Richtlijnen Bachelorproef Tech& IT campus De Nayer) neemt de student het initiatief, hogeschool – en bedrijfspromotor zijn er om de student hierin te ondersteunen.
Studiemateriaal
Verplicht:
- Reglement en richtlijnen Bachelorproef Tech&IT campus De Nayer (Canvas)
- Studiemateriaal en extra info op CANVAS.
- Stageportaal (indienen verslagen/documenten/…)
- Kick-off informatiemoment bij de start van het academiejaar en bijbehorende documenten.
- Communicatielessen m.b.t. refereren & citeren, het schrijven van een bachelorproef, en presentatieskills tijdens het 2e semester en bijbehorende documenten
Aanbevolen:
- Pollefliet L, Schrijven van verslag tot eindwerk - do's & don'ts Gent, Academia Press, 2013, XII Zesde herwerkte druk.
Toelichting werkvorm
De studenten worden geïnformeerd over het bachelorproefproject en wat er wordt verwacht bij de start van het academiejaar. De studenten zoeken een bachelorproefproject in een bedrijf of op de campus. Tijdens de stageperiode voeren de studenten de opdracht uit. Ze leveren een scriptie in, en het geheel wordt afgesloten met een presentatie en verdediging.
De studenten krijgen een lector van de opleiding toegewezen als hogeschoolpromotor.
De studenten krijgen in het stagebedrijf een begeleider (bedrijfspromotor). Als het eindwerk doorgaat op de campus wordt een personeelslid (de opdrachtgever) aangesteld als bedrijfspromotor.
De studenten werken zelfstandig aan een opdracht. Ze rapporteren op regelmatige basis aan hun promotoren, zowel via vaste feedback- en evaluatiemomenten, als op andere momenten waartoe de student zelf initiatief neemt.
Meer details over de feedback- en evaluatieactiviteiten en evaluatiecriteria zijn de vinden in het document Reglement- en Richtlijnen bachelorproef Tech & IT campus De Nayer (zie Canvas).
Evaluatieactiviteiten
Bachelorproef (B-TM-YT7440)
Toelichting
| Examenmoment | Beoordelingsschaal |
|---|---|
| TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
De evaluatie van dit opleidingsonderdeel bestaat uit verschillende evaluatieactiviteiten:
1. Administratie & respecteren van deadlines voorafgaand, tijdens en na de stage (geslaagd/niet geslaagd; 5%)*
2. Tussentijdse presentatie (15%)
3. Beoordeling door de bedrijfspromotor (15%)
· Stage & attitudes (7,5%)
· Het eindproduct (7,5%)
4. Jury-examen (65%):
De juryleden beoordelen individueel elke student apart op onderstaande beoordelingscriteria:
· De scriptie (15%)**
· De eindrealisatie (20%)
· De eindpresentatie (10%)
· De mondelinge verdediging tijdens de eindpresentatie (20%)
* Indien de student één van de vooropgestelde deadlines mist, en dit niet omwille van overmacht, geldt dat het onderdeel ‘Administratie’ wordt beoordeeld als ‘niet geslaagd’.
** Gezien het rapporteren in een scriptie een essentieel leerdoel van het opleidingsonderdeel “Bachelorproef” is, geldt dat het niet indienen van de scriptie tot gevolg heeft dat de student maximaal 9/20 kan behalen voor het volledig opleidingsonderdeel.
Meer details over de feedback- en evaluatieactiviteiten en evaluatiecriteria zijn de vinden in het document Reglement- en Richtlijnen bachelorproef Tech & IT campus De Nayer (Canvas).
Studenten die hun bachelorproef buiten de reguliere periode opnemen (regulier = start stage begin 2e semester), nemen tijdig contact op met de bachelorproefcoördinator van hun opleiding voor het bekomen van informatie en deadlines buiten de reguliere periode.
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.
De student krijgt na de eerste examenkans een remediëring rond dezelfde opdracht. De student ontvangt een schriftelijk verslag over de eindbeoordeling van de eerste examenkans. De promotoren maken een remediëringsverslag op en maken met de student schriftelijke afspraken in het kader van de tweede examenkans.
Door de aard van het opleidingsonderdeel kan de student slechts éénmaal per jaar geëxamineerd worden op bepaalde evaluatieonderdelen van de bachelorproef. Met name voor ‘administratie’ en ‘beoordeling stage en attitudes door bedrijfspromotor’ is herkansing niet mogelijk. Voor deze onderdelen wordt in de tweede examenkans het resultaat van de eerste examenkans overgenomen. Ook het onderdeel ‘tussentijdse presentatie’ kan niet herkanst worden om organisatorische redenen. Om dat te compenseren wordt er tijdens het jury-examen meer gewicht gegeven aan de eindpresentatie.
Andere onderdelen zijn wel herkansbaar, en worden beoordeeld zoals tijdens de eerste examenkans. De student levert dus een nieuwe scriptie in en doet een nieuwe eindpresentatie + verdediging voor een jury.
De eindevaluatie van dit opleidingsonderdeel omvat onderstaande evaluatieonderdelen:
Administratie & respecteren van deadlines voorafgaand, tijdens en na de stage (5%)
Resultaat van de eerste examenkans wordt overgenomen.
Beoordeling door de bedrijfspromotor (15%)
Stage & attitudes (7,5%) Resultaat van de eerste examenkans wordt overgenomen.
Het eindproduct (7,5%)*
Jury-examen (80%):
De juryleden beoordelen individueel elke student apart op onderstaande beoordelingscriteria:
De scriptie (15%)**
De eindrealisatie (20%)
De eindpresentatie (25%)
De mondelinge verdediging tijdens de eindpresentatie (20%)
Meer details over de feedback- en evaluatieactiviteiten en evaluatiecriteria zijn de vinden in het document Reglement- en Richtlijnen bachelorproef Tech & IT campus De Nayer (Canvas).
Studenten die hun bachelorproef buiten de reguliere periode opnemen (regulier = start stage begin 2e semester), nemen tijdig contact op met de bachelorproefcoördinator van hun opleiding voor het bekomen van informatie en deadlines buiten de reguliere periode.
* Wordt beoordeeld door de bedrijfspromoter. Indien de hogeschool geen beoordeling ontvangt van de bedrijfspromotor, beoordeelt de jury de eindrealisatie ten belope van 27,5% (in plaats van 20%). Dit komt erop neer dat het punt dat de jury quoteert op de eindrealisatie in de berekening van het totaal wordt overgenomen bij de beoordeling door de bedrijfspromotor.
**Gezien het rapporteren in een scriptie een essentieel leerdoel van het opleidingsonderdeel “Bachelorproef” is, geldt dat het niet indienen van de scriptie tot gevolg heeft dat de student maximaal 9/20 kan behalen voor het volledig opleidingsonderdeel.